16 hondenrassen met een krulstaart

Wist je dat in de staart van een hond 6 tot wel 23 wervels zitten? Het aantal botten in het skelet is voor alle hondenrassen, groot of klein, gelijk – met uitzondering van het aantal botten in de staart. Ook de vorm van de staart is rasspecifiek. Een hond met een gekrulde staart heeft deze zo van nature, dus niet omdat hij zelf zijn staart zo omhoog houdt! Voor de 16 onderstaande hondenrassen is de krulstaart een typerend kenmerk.

Siberische Husky

De Syberische Husky heeft wel iets weg van een wolf. Dat komt omdat het ras ook echt een paar procent DNA deelt met wolven. De Syberische Husky vindt zijn oorsprong in het ijskoude Siberië, gelegen in het Aziatische deel van Rusland. Het is dus een echte poolhond die zeer koubestendig is. De Siberische Husky werd (en wordt!) veel gebruik als sledehond, maar is tegenwoordig ook heel populair als huisdier. Het hondenras is in basis wit, vaak met een grijze, bruine of zwarte kop en rug. Bij de husky komen maanogen regelmatig voor. Hierbij ontbreekt het pigment in een van de ogen. Soms wordt dat ook wel heterochromie genoemd. De husky ziet hierdoor trouwens niet minder goed.

(Dwerg)Keeshond

Keeshonden en dwergkeeshonden zijn honden van hetzelfde ras, die alleen in grootte van elkaar verschillen. In Nederland worden beide soorten dan meestal ook gewoon aangeduid met dezelfde naam. In Amerika is dit bijvoorbeeld anders, daar noemen ze dwergkeeshonden Pomeranians. Keeshonden zijn intelligente honden die vroeger vooral werden gebruikt al waakhond bij boerderijen of schepen. Je komt deze ‘Schipperskees’ regelmatig tegen op schilderijen uit de 17e en 18e eeuw, bijvoorbeeld in het werk van Jan Steen. Vandaag de dag is de Keeshond vooral geliefd als huisdier. Het zijn trouwe, leergierige honden die vrij makkelijk te trainen zijn.

Akita

De Akita (ook wel Akita Inu of Akita Ken) is een hondenras uit de Japanse prefectuur (provincie) Akita. Akita’s zijn van oorsprong echte jachthonden, die werden ingezet bij de jacht op beren, zwijnen en herten. Ook was de Akita de vaste metgezel van de Japanse samoerai. De Akita is het nationale hondenras van Japan, waar de Akita ook een grote rol speelt in de mythologie. Er wordt gezegd dat de hond geluk brengt, en beeldjes en afbeeldingen van de hond staan symbool voor vriendschap en voorspoed.

Sinds 1956 werd in Amerika een afzonderlijke lijn van de Akita gefokt, de Amerikaanse Akita. Deze Akita is zeer vergelijkbaar met het originele ras, maar is wat zwaarder en sterker. Ook staan bij de Amerikaanse Akita de oren verder omhoog en is de vacht dikker en korter.

Mopshond

De mopshond (in het Engels pug genoemd) is misschien wel het bekendste hondje met een krulstaart. Het is een klein hondje met een vierkante bouw, korte pootjes en een uitzonderlijk korte snuit. Mopshonden zien er schattig uit, maar hebben helaas door hun korte neus en kleine hoofdje veel gezondheidsproblemen. Door de korte snuit kan de mopshond moeilijkheden krijgen met ademen en last krijgen van benauwdheid. De kleine kop zorgt voor problemen met de ogen, oren en het gebit. Om deze gezondheidsredenen is de fok van mopshonden sinds 2019 verboden.

Basenji

De Basenji is een jachthond uit Congo-Kinshasa. In de jaren ’30 brachten de eerste fokkers de Basenji mee vanuit Congo naar Europa. Het ras werd toen overigens nog niet Basenji genoemd, maar Congoterriër. Pas later werd de naam Basenji (boshond) overgenomen vanuit de Bantoetaal. Basenji’s zijn vrolijke en alerte honden, die er wel om bekend staan dat ze moeilijk op te voeden zijn.

Bijzonder aan Basenji’s is dat ze niet kunnen blaffen. Door de vorm van hun strottenhoofd maakt de hond in plaats daarvan een jodelend geluid. In het onderstaande filmpje kun je horen hoe dit klinkt (ik raad je aan om je geluid niet te hard te zetten, want echt prettig aan de oren is het niet).

Amerikaanse Eskimohond

In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, komt de Amerikaanse Eskimohond (of ‘Eskie’) niet uit Amerika. Het is een Duits hondenras dat rond de Eerste Wereldoorlog door de Amerikanen meegenomen werd. Door de afkeer van Duitsland in die tijd werd het ras omgedoopt tot ‘Amerikaans’. De Amerikaanse Eskimohond is een zeer waakse hond die veel wordt gebruikt als waakhond. Hun doel daarbij is vooral om indringers af te schrikken door hard te blaffen; agressie zit niet zo in hun natuur. Amerikaanse Eskimohonden staan bekend om hun enorme werkwilligheid. Ze doen alles voor hun baas en zijn makkelijk op te voeden. Om deze reden was de hond ook een favoriet onder circusartiesten – ze deden het geweldig in shows.

Chowchow

De Chowchow is een Chinees hondenras dat verwant is aan de keeshond. De Chowchow heeft een erg dikke vacht die bestaat uit twee lagen. De vacht is extra dik rondom de nek, waardoor de hond soms net als een leeuw manen lijkt te hebben. Erg kenmerkend voor de chowchow is de blauwachtige tong. Soms is de tong van de chowchow zelfs nagenoeg helemaal zwart. Chowchows zijn rustige honden die niet zo heel actief zijn.

Enkele bekende eigenaren van chowchows zijn Elvis Presley, Martha Steward en Janet Jackson. De bekende psychoanalyst Sigmund Freud had ook een chowchow genaamd Jo-Fi Ling. De chowchow was aanwezig tijdens de therapiesessies, omdat Freud vond dat de hond goed het karakter en de mentale staat van zijn patiënten kon inschatten.

Shiba Inu

De Shiba, of Shiba Inu (Inu is het Japanse woord voor hond) is een Japans hondenras dat erg lijkt op de Akita. Toch is de Shiba een aparte hondensoort met een hele eigen bloedlijn. Akita’s en Shiba’s zijn makkelijk uit elkaar te houden aan de hand van hun formaat; waar een Akita 25 tot 40 kilo kan wegen, heeft een Shiba met een kilogram of 15 zijn max wel bereikt.

Shiba’s zijn zeer intelligente honden met veel zelfvertrouwen. Een shiba is een echte leider. Dit maakt de opvoeding van shiba’s soms wel lastig; ze zien zichzelf al snel als de baas over kinderen en andere huisdieren. Opvallend aan de shiba is dat het een erg schone hond is die zichzelf ook vaak wast, net als een kat.

Naast de kenmerkende krullende staart herken je shiba’s ook aan hun rechtopstaande, driehoekige oren en de aparte vorm van hun ogen.

Samojeed

De Samojeed (volledige rasnaam Laika Samojedskaja) is een langharig hondenras dat zijn oorsprong vindt in West-Siberië in Rusland. De naam van het ras is afgeleid van de Samojeedse volkeren die in hetzelfde gebied leefden. Vroeger werd de hond gebruikt als sledehond, bij de jacht en als herdershond voor rendieren.

De vacht van de Samojeed bestaat uit twee lagen; een dichte zachte ondervacht met korte haren en een langharige bovenvacht die wat ruwer aanvoelt. De textuur van de vacht is vergelijkbaar met die van het angorakonijn. Soms worden de uitgevallen haren van de hond dan ook gebruikt om te breien of voor het maken van lokaas.

De Samojeed is een echte allemansvriend die zich vriendelijk opstelt naar mensen en andere dieren. Hierdoor is het een zeer geschikt hondenras als gezinshond (en een erg slechte waakhond).

Alaskan Malamute

De Alaskan Malamute (soms in Nederland ook wel Alaska-malamute genoemd) is vernoemd naar de Mahlemuts, een Inuitstam in Alaska. Het is een grote sledehond die enorme vrachten kan trekken (tot wel meer dan 1000 kilogram).

De malamute is een vriendelijke hond, die wel wat eigenzinnig kan zijn. De hond ligt qua afstamming vrij dicht bij wolven. Dit wolven-DNA zie je soms ook terug in hun gedrag. Zo kan een malamute die in het bos een hert of eekhoorn ziet er flink achteraan gaan. In sommige gevallen hoor je zelfs van Alaska-malamutes die op andere huisdieren of honden willen jagen. Het is daarom heel belangrijk om een malamute goed op te voeden.

Eurasiër

De Eurasiër is een hondenras met zowel Europees als Aziatisch bloed. Het hondenras is een kruising tussen de Duitse Keeshond (vroeger ‘Wolfsspits’ genoemd) en de Chinese Chow-Chow. Tot 1973 heette het ras dan ook de ‘Wolf-Chow’. In latere lijnen van de Eurasiër werd ook een vleugje Samojeed toegevoegd.

Je kunt zowel de Duitse als de Chinese oorsprong goed terugzien in de Eurasiër. De snuit en de lichaamshouding van de Eurasiër is erg vergelijkbaar met die bij de keeshond. In de ‘fluffyness’ en de driehoekige oortjes zie je duidelijk de chow-chow terug.

Tibetaanse Mastiff

De Tibetaanse Mastiff is een hondenras dat door de afsluiting van Tibet tot 1950 puur in Tibet ontwikkeld is. De hond heeft DNA van de Tibetaanse wolf in zich, en kan daardoor uitstekend tegen extreme kou en hoogtes. ‘Mastiff’ is eigenlijk een incorrecte benaming; het hondenras is eigenlijk geen mastiff, maar een berghond. De eerste Europeanen in Tibet noemden bijna alle grote honden in hun eigen land mastiff, en gaven het hondenras zo de verkeerde naam.

Een Tibetaanse Mastiff is een groot hondenras, dat relatief naar zijn grootte ook nog eens ontzettend sterk is. Bijzonder is dat de hond ondanks zijn enorm dikke vacht amper vrijwel geurloos is. Dit komt omdat de vacht amper geurtjes en vuil vasthoudt.

Leuk weetje: de duurste hond die ooit verkocht is was ook een Tibetaanse Mastiff. Een Chinees kocht de hond, genaamd Big Splash, voor 1,6 miljoen dollar.

Noorse Buhund

De Noorse buhund (letterlijke vertaling: boerderijhond) is nog een ras dat behoort tot de spitsen. Het is een energieke hond die voor veel doeleinden geschikt is: herdershond, waakhond, hulphond of natuurlijk als gezelschapshond.

De Noorse Buhund heeft een vierkante bouw en is qua formaat vrij compact. Een volwassen Noorse buhund weegt zo tussen de 12 tot 16 kilo voor teefjes en 14 tot 18 kilo voor reutjes. De buhund komt in veel kleuren voor, maar de neus is altijd zwart.

Noorse buhunden hebben enorm veel energie en doen het het best op een erf of in een grote achtertuin. Wie de hond binnenhoudt, zal er veel mee moeten wandelen. Wanneer de Buhund zich verveelt, heeft hij de neiging om destructief te zijn en het huis overhoop te halen.

Noorse Elandhond

De Noorse Elandhond is een vriendelijk en actief hondenras dat oorspronkelijk in Noorwegen gefokt werd voor de elandjacht (de naam verklapt het al een beetje). Het is een middelgroot hondenras dat voorkomt in het grijs of zwart. Zwarte Noorse elandhonden zijn doorgaans iets kleiner dan de grijze honden.

Noorse Elandhonden zijn loyaal, moedig, alert en onverschrokken. Dat moest ook wel, want jagen op een eland kan best gevaarlijk zijn. De hond kon de jager op twee manieren bijstaan. Ten eerste kon hij de geursporen van elanden volgen, en de jager zo naar de juiste plek leiden. Ten tweede kon de hond de eland in het nauw drijven en het dier door hard te blaffen daar houden, of de eland juist richting de jagers drijven.

De elandhond is gezellig als huisdier, maar heeft wel veel beweging en een consequente opvoeding nodig. De blaf van de hond is erg luid en schil. Dit maakt ze goed geschikt als waakhond.

Västgötaspets

Dit kleine Zweedse hondenras heeft niet de makkelijkste naam, en wordt ook wel de Zweedse Vallhund of “spets” genoemd. De västgötaspets is een herdershond met zeer korte pootjes; een beetje het formaat van een grote terriër. De spets lijkt wel wat op een corgi, en sommige kynologen vermoeden dat ook dat de twee rassen een gemeenschappelijke voorouder hebben.

Het hondje ziet er koddig uit, maar vergis je niet: dit is een echte herdershond. Dat wil zeggen dat de västgötaspets een enorm uithoudingsvermogen heeft, het liefst urenlang per dag aan de wandel is en ontzettend slim en leergierig is. Daarmee is dit ras dan ook uitermate geschikt voor hondensporten.

Finse Spits

De Finse Spits, ook wel de Finse keeshond, is een middelgrote jachthond die vrij hoog op zijn poten staat. Finse Spitsen hebben altijd een rode vacht (al zijn verschillende tinten rood mogelijk) en een zwarte neus en lippen. De pups van de Finse Spits worden wat donkerder geboren, en hebben veel weg van de welpen van een vos.

Het ras staat erom bekend om erg speels en intelligent te zijn. Ze zijn populair als gezelschapsdier en goed te trainen, maar raken wel snel verveeld. Daarom is afwisseling in spellen en trainingen wel aangeraden. De Finse Spits reageert het best op een opvoeding met de zachte hand.